Afdrachtvermindering

Prioriteit KVNR: door afdrachtvermindering behoud van arbeidsplaatsen

Nederlandse reders:

"De afdrachtvermindering zeevaart moet moet worden uitgebreid naar schepen in de offshore ten gunste van het behoud van Nederlandse arbeidsplaatsen in de zeescheepvaart."

De afdrachtvermindering is toe aan onderhoud. Op dit moment kan de afdrachtvermindering worden toegepast op Nederlands gevlagde koopvaardij- en passagiersschepen. De schepen actief in de offshore, bijvoorbeeld voor de bouw van windmolenparken op zee en voor kustbescherming, kunnen nog niet van deze fiscale regeling gebruik maken. De KVNR is van mening dat dit wel zou moeten, zoals in andere EU-lidstaten die vergelijkbare regelingen kennen, ook mogelijk is. In het evaluatierapport van de overheid, opgesteld door Deloitte en in 2022 gepubliceerd, staat deze aanbeveling ook.

 

Klik hier voor de huidige stand van zaken

KVNR - Lodewijk Wisse - Belastingen, Juridische zaken en Nationale Politiek - web
Dossierhouder

 

Lodewijk Wisse
Fiscale en Juridische zaken
Koninkrijksrelaties

06 8397 8355
010 2176 270
wisse@kvnr.nl

KVNR - Nathan Habers - Public Relations, Crisiscoördinatie en Geopolitiek - web
Persvoorlichting

 

Nathan Habers
Hoofd Communicatie & Public Affairs

 

06 5200 0788
habers@kvnr.nl

Achtergrond

De afdrachtvermindering zeevaart stelt reders door middel van een loonkostenverlichting in staat vanuit Nederland te blijven concurreren op de mondiale scheepvaartmarkten. Deze regeling versterkt tevens de arbeidsmarktpositie van Nederlandse zeevarenden. Daarmee is deze regeling voorwaardelijk voor de aantrekkelijkheid van de Nederlandse vlag en daarmee dus voor de werkgelegenheid.

Het doel van de regeling is drieledig:

  1. het versterken van de arbeidsmarktpositie van Nederlandse zeevarenden;
  2. het versterken van de concurrentiepositie van Nederlandse reders;
  3. het versterken van de Nederlandse maritieme cluster via Nederlandse zeevarenden die doorstromen naar de wal na hun carrière aan boord.

Zonder deze regeling verdwijnen de Nederlandse zeevarenden van de vloot, met alle consequenties van dien voor de gehele Nederlandse maritieme cluster. Veel Nederlandse zeevarenden die hun carrière voortzetten aan de wal, doen dat in de Nederlandse maritieme cluster vanwege hun kennis en expertise. 

Uitdaging

De afdrachtvermindering valt onder de Europese staatssteunregels. De regeling draagt bij aan de concurrentiepositie van Nederlandse reders en zeevarenden met hun Europese en mondiale concurrenten.

Het is dan ook van belang om de regeling zo aantrekkelijk mogelijk te maken en te houden. Dit kan onder meer door de verrekenmogelijkheid zo optimaal mogelijk en de reikwijdte van de regeling zo aantrekkelijk mogelijk te maken.

Stand van zaken - 15 augustus 2023

In 2021 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, in afstemming met het ministerie van Financiën, de maritieme fiscale regelingen door Deloitte laten evalueren.

Het evaluatierapport is in 2022 door de minister van Infrastructuur en Waterstaat naar de Tweede Kamer gestuurd. De conclusie van Deloitte is dat de afdrachtvermindering zeevaart en de tonnageregeling voorwaardelijk zijn voor het bestaan van een Nederlandse vloot en een Nederlands maritiem cluster. Om de mondiale concurrentie aan te kunnen, wordt eveneens door Deloitte de aanbeveling gedaan om de reikwijdte van de afdrachtvermindering te verruimen naar schepen werkzaam in de offshore industrie.

In februari 2023 heeft de Tweede Kamer ook nog eens een motie aangenomen, ingediend door Chris Stoffer (SGP), die de regering opdraagt de schepen actief in de offshore volledig onder de reikwijdte van de afdrachtvermindering zeevaart en de tonnageregeling te brengen.