Een ontwikkeling die een grote impact zal hebben op de mondiale scheepvaart is de toenemende mate van automatisering, die uiteindelijk zou kunnen leiden tot ook autonoom varende schepen. Dit vereist een andere kijk op de positie van de personen die dit type schepen gaan opereren.
De behoefte vanuit de sector dient echter leidend te zijn en niet de internationale minimumeisen. Aansluiting op de innovaties en ontwikkelingen in de scheepvaart bij het ontwikkelen van lesstof is essentieel. Regelmatig overleg tussen sector en zeevaartonderwijs draagt hieraan bij. De sector kan bijdragen aan het bijscholen van de docenten. De overheid moet een faciliterende en stimulerende rol spelen om de koers van het zeevaartonderwijs gericht te houden op de toekomst.
De KVNR neemt actief deel aan diverse overleggen op nationaal en internationaal niveau om de wensen van de sector over het voetlicht te brengen. Individuele leden van de KVNR geven ruimte voor meevaar stages voor docenten en geven informatie over relevante onderwerpen tijdens schoolbezoeken.
Zeevaartstage
In het derde en vierde jaar van de opleiding aan de zeevaartschool gaan de studenten een aantal maanden met stage. Bekijk hier hoe het is om als een werktuigkundige stagiaire aan de slag te gaan op schip. Kijk voor meer informatie over de beroepen in de zeevaart en de opleidingen aan de zeevaartschool op deze website.
Nederlandse zeevaartstudenten mogen stagelopen op schepen vanaf 500GT / 750 kW; onder zowel Nederlandse als buitenlandse vlag; en op schepen met internationale bemanning.
Ook op schepen waarop geen Nederlandse zeevarenden worden ingezet kan een Nederlandse stagiair aan de slag. Het takenboek is in het Engels, zodat dit geen belemmering vormt voor de begeleiding aan boord.
Een stagiair mag op een schip onder Nederlandse vlag en een kiellegging voor 1 augustus 2013 gebruik maken van de hospitaalhut aan boord of een hut delen met een andere stagiair. De begeleiding aan boord wordt gedaan door een officier met een nautische dan wel technische achtergrond.